Als oudste van drie broers heb ik ongetwijfeld de moeilijkste jeugd gehad. Vooral
tussen mijn twintigste en mijn vijfendertigste was het afzien,onmenselijk eigenlijk. Eerst werd ik uit huis weggehaald door de Koninklijke Marechaussee en moest ik Dienen voor volk en vaderland, zomaar weggerukt vanonder de ogen van mijn schreiende moeder en machteloze vader vandaan.
Ik werd naar geheime lokaties in Brabant en later Gelderland verplaatst, broertjes verloren hun tweede vader. Wreed. Gelukkig mocht ik mijn lange haar houden. Daarna wilden mijn ouders mij niet meer zien, althans niet vaker dan een paar keer per jaar. Helemaal alleen zwierf ik over straat
in het gevaarlijke Amsterdam, Altijd maar die zware bijbaantjes naast school, zwart natuurlijk, Geen werkgever die je wilde verzekeren. Je kon zomaar opeens dood zijn. Er waren nachten bij dat ik niet eens een eigen bedje had om in te slapen, Gruwelijk, maar na vijftien jaren van afzien heb ik mijn moeilijke jeugd overgedaan aan een nieuwe lichting, Drie kinderen heb ik gekregen en nu hebben zij mijn moeilijke jeugd overgenomen, over hun drieën verdeeld. Dat blijkt achteraf gezien dé oplossing voor een moeilijke jeugd: Je moet die verdelen over zoveel mogelijk kinderen, Uiteindelijk zal de Moeilijke Jeugd as such asymptotisch marginaliseren tot nul. Omgekeerd evenredig hieraan zal het ongeluk van de geestelijk verzorger zijn, Het verdwijnen van de Moeilijke Jeugd zal minder werk en geld betekenen voor de Psycholoog en Psychiater, steeds heftiger zullen zij moeten omzien naar ander leedvermaak. Ik heb de sleutel tot het geluk van mij en mijn kinderen notariëel vast laten leggen. Met statistieken weet je het namelijk nooit.
Categorieën:Geld, Meisjes en jongens, Muziek, School, Schrijven, sexy, Sloerig in de rakker, Sport, Verhalen
Wij vonden één vader meer dan genoeg 😉