Breinvlaag 347a Later

… als ik later groot ben, is iets voor dromers zei ze en blies uit gewoonte haar ponnie uit haar ogen. De eeuwig jonge vrouw die naast me fietste had geen boodschap aan de wind die ons straf tegenstond, het was haar ponnie en daarmee deed zi­j wat zij wilde. Dat had ze eigenlijk altijd gedaan bedacht ik mij. Ik hield mijn benen stil om haar rustiger te kunnen bekijken. Op de middelbare school had zij altijd voor mij in de bank had gezeten. Zij was het nu opnieuw die met datzelfde haar en met nu nog mooiere schouders schuin voor me peddelde. Een bijna fatale reeks zesjes had ze me destijds bezorgd. Haar uitstraling stoorde onophoudelijk de golflengte waarop de leraren hun lessen uitzonden. Aan het eind van dat schooljaar bleef zij zitten en ging ik over. Het was al haar tweede keer. Zij deed wel meer dingen vaker dan ik. ’s Nachts fantaseerde ik daarover en vroeg me af hoe al die goede schoolcijfers mij daarvoor zouden moeten compenseren – later.

Ik vroeg haar wat ze tegenwoordig deed for a living en voelde net als vroeger weer die twijfelontwrichtende rilling door mijn ribbenkast – hoelang mag je je handen thuishouden bij zo’n mooie vrouw? Zij was niet veranderd, ik was weer terug in de vierde klas, 16 jaar en zo groen als gras.

Ik schrijf songteksten zei ze. Voor anderen voegde ze er aan toe. Op het podium staan was niet haar ding begreep ik. Zonder al die flauwekul van school kon je ook heel goed je zegje doen in de wereld. Niks gaat zo snel en eenvoudig in de koppies van de mensen als muziek. Ze keek me aan. Songteksten blijven je je hele leven bij en bepalen voor een groot deel je stemming in het leven. Onwillekeurig dacht ik aan de Stones: You can’t always get what you want. Op dat nummer versmolten wij ooit in onze eerste kussen, in de mijne althans.

We parkeerden onze fietsen tegen de muur van het crematorium. Onze oude muziekleraar was vroeger in de klas al lyrisch over cremeren. Zijn grootste wens was het geweest om als as over de Holterberg uitgestrooid te worden. Hij had het nog preciezer uitgedacht en vandaag was zijn dag. De dienst was uitbundig, oudleerlingen zongen een ketters lied over het leven na de dood en we dronken foezel uit een kelkje in de vorm van een duveltje.

Op de Holterberg trok Gijs, grote Gijs uit 4B, zijn tenorsaxofoon uit het foedraal en begon deze sereen te stoppen, hij stopte zijn sax exact zoals de muziekleraar vroeger zijn pijp stopte. De as van de overledene hield de eerste tonen van I did it my way nog tegen, maar toen Gijs zijn bolle wangen eens flink opblies, verspreidde de muziekleraar zich over de Holterberg, he did it his way.



Categorieën:Boeken, Meisjes en jongens, Muziek, Schrijven, Verhalen

2 replies

  1. Anders ik wel. Dat laat ik mij niet nog eens overkomen. Fijn feestje trouwens,, bedankt.

  2. Ik had het nog wel even benauwd in het begin.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: