Sinds een week ben ik weer op Nicole. Op Nicole slaap ik beter. Als ik wakker word grijp ik naar Nicole, overstrek haar rug en druk haar in de kussens. Nicole begint dan meteen te praten. Ze formuleert zulke mooie zinnen. Ik zuig ze op en als ik haar niet versta, of gewoon omdat ik daar zin in heb, vraag ik soms wel tot drie keer “hé, wat zeg je?” en dan geniet ik opnieuw van haar zoete mond. Ze kan me niet ontwijken, ze is aan mij overgeleverd, ze heeft geen keus, ik ben haar meester.
Gisteren fietste ze met me langs het Paterswoldsemeer, een donkerblauwe bladspiegel die maar niet gladgestreken wilde worden. We gingen ergens zitten in het stuurse gras tussen vrije bomen. We voelden de wind arglistig om ons heen draaien. Ik in afritsbroek, zij in leer. Meer en wind: de perfecte match voor een opgewekte werkelijkheid, duurzame energie. Even later liet ik Nicole losjes in mijn broekzak glijden om een foto te maken van het meer met op de voorgrond de fruitschaal van thuis. Het verlangen groeide om werelden te mixen zoals een dj in een mixed zone voor een uitzinnig publiek
Nicole stribbelt nooit tegen, gewillig opent zij elke dag haar spiegel en dan schraap ik gulzig van haar overvloed. Man komt kamer binnen is na De geschiedenis van de liefde het tweede boek van Nicole Krauss dat ik van haar lees. Ik zie nu al op tegen het moment haar te moeten vervangen ….
Geef een reactie