Breinvlaag 2013 – 301 Voor het blok

Ik bevind me dicht  langs een brede rivier. Lome warmte. Vlak boven het water hangt en trilt een groot passagiersvliegtuig. Vijf stoelen links en vijf stoelen rechts. Ik heb voor niets anders meer oog. Surreëel. Als een soort Zeppelin aan een kabel trekt en rukt het om ergens anders te zijn, maar alle vooruitgang is schijn –  Londen, Praag, Amsterdam, of Wenen? Loop ik? Fiets ik? Zit ik in een trein? Ben ik het die beweegt, of beweegt het vliegtuig? Ik ben juist bezig een smart photo voor Instagram te kaderen als ik achter één van de raampjes duidelijk mijzelf zie zitten, ik kijk niet vrolijk terug, eerder in paniek. Bij het aanleggen voor een tweede foto draai ik mijn romp iets terug, omdat het gevaarte achteruit blijkt te kunnen vliegen; het is meer een terugwalsen wat ik het vliegtuig zie doen. Langzaam maar zeker schuiven ook de andere gezichten achter de raampjes terug in de tijd. Kinderlijke angst is hen van de krimpende smoeltjes te lezen, alleen het vliegend omhulsel zelf houdt zijn onfatsoenlijke grootsheid.

Van het ene op het andere moment is de rivier gekrompen tot een spiegelende gracht, waaraan mannen in Dickensiaanse hemdsmouwen grove bezwerende armbewegingen maken naar het vliegend tuig. Het geluid op de wal begint dat op het water te overstemmen. Menselijke en onmenselijke kreten doen mijn maag omdraaien. Het uit de tijdbocht gevlogen vliegtuig laat zijn staart zakken, zoals alleen een stier daartoe gedwongen door een toreador dat mag. Dan gebeurt het. Na een perfecte achterwaartse salto slaat de aluminium geestverschijning op de kade te pletter. Landen in stuitligging, geen fraai aangezicht. Tussen de vertraagd rondslingerende wrakstukken zie en hoor ik hoe een geslachtsloze zwarte vrouwenfiguur haar strijd verliest van gespierde armen die haar als geperst spaanplaat in een zaagmachine schuiven. Schuimbekkend dansen de rode bloedlichaampjes door mijn ochtendgloren als ik compleet ondersteboven wakker wordt, als een vleermuis na een winterlange nachtmerrie. Vaag nog zweven resten van de etalagepop, hoop ik, mij voor de geest. Op een uit de kom getrokken linkerarm na is er niets meer over. Op haar onderarm een tatoeage: ‘writers block, won’t burn in hell’…



Categorieën:dromen, Foto's, Meisjes en jongens, Muziek, tijd

Tags: , , ,

Plaats een reactie