Een terloopse zin in een overlijdensbericht? Opzet? Welke zin is de zin van iemands leven? Duh!
Een vrijgezel zet een punt. Nou en? Doen er toch wel meer. Een stel waarschijnlijk een dubbele punt.
- laatste
- zes
- jaren
- was
- hij
- vrijgezel
Iemand had een reden voor dat zinnetje. Was het noodweer? Who pulled the trigger? Six deadly bullets – voor de lay-out. Het fascineert me.
Zes planken heeft een doodskist? (Ik filosofeer nog even door)
Werd de man uit de titel ondergronds soms vrijgezel-af? Waarom ging de vrijgezel in de eerste plaats ondergronds? Zat de redactie hem al langer achter de vodden? Maar goed, in deze necrologie groef iemand deze kennis op – misschien was er nog een hoekje vrij in het katern?
Rouwkost
Ik las de zin ergens op een nieuwssite deze week, althans dat denk ik. Voor u een non-item? Mooi. Op dezelfde pagina, pal naast de overlijdensannonce, stond een cartoon. Een uit de tijd geschreven schrijver staart mij aan uit een oude stomme zwartwit film. Hij zit aan tafel in een restaurant, zijn talent onherkenbaar gemaakt door een writer’s block over beide ogen, crimineel geframed. De vergeten schrijver lipleest tegen de ober: “Er groeit een zwarte nagel uit mijn rouwkost” Waarom?
De één wil maar door één iemand herinnerd worden, hij trouwt, zij rouwt. Simpel samen. De ander wil door iedereen herinnerd worden. Hij blijft vrijgezel. Ingewikkeld in eenzaamheid.
Loslaten kost kracht.
Zal men mij straks, afgelegd in een eveneens gevelde boom, als ik niets meer terug kan zeggen, een rare vogel vinden, een painted bird? Zullen mijn gedoofde ogen, tollenaren van eeuwig niet geïnd talent, gespeend van trotse spierspanning, met het mechaniek van een opvliegende vogel, mijn neus dicht drukken tegen de stank van eigen roem?
Vogels zelf bekommeren zich niet om morgen.
Waarom ben ik geen vogel? Omdat ik niet kan loslaten zonder overgave? De tak waarop je bent groot geworden loslaten is ongewis en angstaanjagend. Overgave neigt naar overgeven Wie hoog zit vangt veel wind. Onverschrokken jeugdigheid schraagt niet eeuwig jeugdig geluk. Opkrassen naar warrig kreupelhout in keurige krasse knarren kavels is ons lot.
De dooie vrijgezel
In een vorig leven haalde ik mijn kennis bij de informatiespecialist. Ik was die kennis. Halo. Nu kan ik die zin, en die informatiespecialist, niet meer terugvinden. Dat ergert me, want nu weet ik niet wie dat zinnetje over wie optekende. Verloren kennis van een kennis over een andere kennis. Zo gaat dat. Vergeet-me-niet. Wel dus.
Door de klok gaan
Wie schrijft die blijft, zegt men. Jezelf ‘dood typen’ met één vinger desnoods, je laatste bloed onder je nagels vandaan hameren, ik wil niet ik wil niet ik wil nog niet. Types die zich niet kunnen overgeven. Geef ze één vinger ….Neem ‘Na mijn dood geschreven‘ van schaakgrootmeester J.H. Donner, ‘geven’ in het Frans, het vingertje, zijn vingertje, lijkt me (deels) te zijn ontsproten aan zijn verlatingsangst: niets is dodelijker saai, saaier dodelijk voor leven dan pat in eeuwig schaak. Je schaakt om te leven, andersom is sublimatie. Hij neemt ons in de maling, zoals de ware bedoeling is van een beroerte. Stikmat nog voor je vlag gevallen is. Nooit meer een vorkje prikken. Ik geef het je te doen.
Douwe klare
Hoogleraar en geschiedkundig psycholoog Douwe Draaisma (iemand die onderzoekt of overleden cliënten na hun verscheiden nog beter worden) wilde zelf allereerst ‘herinnerd’ worden. Dat zegt iets over zijn ambitie. Als levend standbeeld van de geheugenexpertise had en heeft hij de ware – dat neem je mij niet meer af – geest. Heel zijn leven al schrijft de schrijver in de man, inmiddels in een centrifugale race tegen de klok verwikkeld, aan zijn gedenkschriften. Nog voor hij het estafettestokje, de geest zeg maar, aan Maarten doorgeeft komma ligt de oeuvreprijs al klaar, een gebeitelde graf tekst:
“Hier ligt Douwe, hij schenkt al jaren geen klare meer”
Elke schrijver met genoeg eigendunk doet dat en elke schrijver heeft dat, ook al beweren ze bij hoog en laag van niet, ik zou geen uitzondering zijn. Er is geen speld tussen te krijgen. Vrijgezel of niet, linksom of rechtsom. Al schrijf je een hooiberg bij elkaar, al druk je een puntenwolk af als literair Gooisch hockey meisje, laser op zeg, lazer zelf op.
Interpunctie
Je hebt, grofweg, twee soorten schrijvers en ik geniet van beiden evenveel, beiden, want het zijn mensen en geen robots!:
- Zij die hun boeken opsieren met zoveel mogelijk punten en komma’s. Daarmee leesnuances aanbiedend aan de lezer, (type Proust, tikkeltje geremd misschien) èn
- Zij die de punt voor het einde, voor noodgevallen, als uitweg, bewaren, omdat ze er anders niet meer uit komen, uit hun woorden, er in hun doodstrijd door worden meegesleept. Daarmee de lezer vragend, smekend de nuances in hun verhaal zelf aan te brengen, (type Antunes, tikkeltje ontremd misschien).
Punt
Om een punt achter je leven te kunnen, mogen? zetten, moet je eerst minsten één zin formuleren, lijkt mij. Anders ben je geen schrijver met zonder punt
Ik vraag me af of zo’n laatste zin voor mij het leven postuum zin zou geven. Denk van niet.
Een zin is soms tegelijk géén zin, onzin?.
“Dan maak je maar zin,”
zei mijn oma soms, even stellig machteloos als haar
‘daarom‘
op mijn eeuwige ‘waarom?”
Categorieën:Boeken, kunst, natuur, regels, Schrijven, tijd, Uncategorized, Verhalen, Wetenschap
Geef een reactie