Aan de Lijn

Ik stond voor een groot scherm. Er draaide een opname, dat was althans mijn idee.

Overzicht

Op een pleintje drentelde een wandelstok met man over kortgenekte kinderkopjes. Hij keek naar een winkel die sporen van een kennel droeg. Het pand was uitgedost als een rij etalages. Gazen scheidingswanden tussen de soorten koopwaar maakten het omheinde binnenpleintje tot iets lugubers. Je kon uit de setting opmaken dat het besloten karakter afgedwongen was. Je zag kettingsloten op de tussenschotten. De man leek op Alec Baldwin , maar was hem niet

Koper

Ik werd ingezoomd, tot op ooghoogte, toen het beeld plotseling bevroor. Onze filmheld voelde zich duidelijk niet op zijn gemak, misschien had hij geen beste herinneringen aan een eerder bezoek. Hij had iets paniekerigs in zijn blik. ‘DE AFHAAL’ stond er op een bordje. ‘personal service‘ in klein lettertype daaronder, cursief. Dat gaf weinig informatie. Je wist niet ècht wat je ervan moest denken. Draaide deze opname privé? Was het de filmacademie? Ik zag geen chocoladeletters van een sponsor aan een klokkentoren. Het gezicht zette zich weer in beweging, zoomde uit. Een tweede man liep het beeld in.

Verkoper

De winkelier, schatte ik, want de tweede man kwam uit het pand, trad afwachtend zwijgend op de eerste man toe, de potentiële klant vermoedde ik. Er ontspon zich een gesprekje met armgebaren. Grofweg leken ze elkaar te hebben gevonden en liepen een stukje richting voordeur. Alleen de details nog en het goed zou in andere handen overgaan, was mijn conclusie.

Overleg

Zoveel werd ik gewaar uit hun korte gesprek, dat koper de eerste keer een Siamees in een zak bleek te hebben gekocht, daarna een prachtige rooie, maar dat bleek dan weer een kater waarop hij niet zat te wachten. Gelijk dezelfde dag nog had hij die gekeeld, omdat zijn geflirt de man de stuipen op het lijf joeg. Tot twee keer toe herhaalde koper het universele gebaar van de strot doorsnijden, hij haalde zijn hand onder zijn kin door en wees daarna met zijn gestrekte hand naar verkoper. Daarop zwegen beide mannen een tijdlang. Dat deden katers en katers zijn rood, volstrekt onschuldig gedrag, sprak winkelman, als voelde verkoper zich verplicht koper gerust te stellen. Hij deed een stapje terug richting winkeldeur. Ze gingen het pand in en verkoper overhandigde koper een tegoedbon, als schadeloosstelling voor in het verleden geleden onrecht en nodigde hem uit dieper mee naar achteren… naar een schemerige ruimte onder de toonbank.

Flashback

Drie poezen lang in zes weken stortte koper zich op katten. Toen was hij ze goed zat, hij wilde het echte werk. Hij wist nu hoe je een bestelling deed. Thuis had hij uit de catalogus alvast wat rubrieken aangevinkt. In de winkel, in vivo, hoefde hij dan slechts een concreet, levend, exemplaar uit te kiezen, af te rekenen en hup direct weer naar buiten de straat op. Hij vond de starende, afschattende blikken van die middenstanders ondraaglijk beschuldigend. Alsof ze zijn plannen rieden, wisten wat hij met ze van plan was, thuis in zijn eigen geluidarme cottage op de hei. Hij wrong zich altijd naargeestig gestrest zo’n koopgoot uit, kreeg het angstzweet in de bilnaad en het eczeem achter de oren begon te natten. Net als die keer bij die kater, die hij het mes op de keel had gezet, voelde dat niet lekker. Op zijn pols zag je nog bleekjes roze het geslagen litteken van het klauwtje-in-doodstrijd. Hij was er niet trots op. Hij had zijn keus gemaakt, eentje die minder tegenstribbelde zou hij mee naar huis nemen.

Binnen

Grote en kleine types zaten, of stonden, de mond gesnoerd in een soort van mondkapje, in twee rijen opgesteld tegen de wand. Er hing een bedompt luchtje. Niet de geparfumeerde wolk uit zijn dromen, of zelfs maar van de gesuggereerde geuren in de beelden in ‘Das Parfum’. Hun ogen leken er niet geheel gerust op, dacht de man. Maar in het halfdonker had je dat al gauw, dat schichtige. Ze leken hem niettemin niet bijster levenslustig. Nee, voor terugvechten hoefde hij dit keer niet bang te zijn. Welke zou hij meenemen? Zou het beter zijn dan met katten? Waar zouden ze vandaan komen, vroeg hij zich af, al interesseerde het hem natuurlijk geen bal. Hij zou betalen en daar hadden zij beiden baat bij, hield hij zich wroegzuchtig voor.

De verpakking

De man keek nog eens goed de rijen langs. Alle waar stond gelijkvloers uitgestald. Een zijdeur kierde open. Een magazijn? Hij zag twee op elkaar gestapelde dozen, waarin duidelijk waarneembaar iets bewoog. Kregen die wel genoeg lucht? Hij herinnerde zich moeder, toen die hem haar zwangere buik liet voelen: broertje schopt al, wordt vast voetballer, net als jij, voel maar. En hij had haar buik aangeraakt, zijn broertje gevoeld dwars door de verpakking heen. Was hij maar nooit uitgepakt, was hij later maar lief geweest tegen hem. Hij had nooit gevoetbald, hield helemaal niet van sporten, zat hele dagen aan de PC, had niks met JC.

De overige koopwaar, waaronder de zijne vanzelfsprekend, was nog niet ingepakt. Sommige exemplaren trippelden aan een looplijn op en neer, eentje droeg een soort meetlint om de hals. Dat is mijn assistent, zei de verkoper, die nu weer recht voor hem stond. Het assortiment bood niet veel keus, was minimaal opgemaakt. Zijn oog viel op een paar poedelachtigen, en twee steillharigen. De eersten waren naakt, hadden althans niets om het lijf. De anderen lijken op pony’s, schertste koper. Weinig fantasie, antwoordde bloedserieus met gesloten ogen de verkoper.

De keus

Koper wees van beiden één aan en wilde snel afrekenen en nog sneller weg van de plaats delict, zo kon je uit zijn zenuwachtige gefriemel met zijn portefeuille opmaken. Hij leek moeite te hebben met zijn laatste paar zinnen, stotterde.

Wilt u een tasje? Zal ik ze voor u inpakken, is het een kadootje, spaart u voor de messenzegels, sambal bij? ratelde verkoper, die zijn tekst duidelijk vaker geoefend had.

Hoeft niet, wel graag één blauwe halsband met 5 meter uitlaatlijn, doe maar ook met een blauwe rollijn met batterijen en led lampjes. En een korte roze. De riemen hoeven niet zero-shock te zijn, zei hij, overacting man-size.

Zo, dat was gezegd. Was er in één take uitgekomen. Trots op jezelf.

De verkoper trok zijn wenkbrauwen op.

Voor als het regent en ikzelf schuil, verklaarde zich koper.

Nee, klant beschouwde zichzelf duidelijk niet als een vrouwenliefhebber.

Aftiteling begon

“Cut”, riep de megafoonmeneer. De acteurs ontspanden zich, enigszins. Je wist het maar nooit met die would-be regisseurs van tegenwoordig. De megafoon hing weer aan de riem waaraan ook zijn pistool hing.

“Jullie dachten toch niet dat ik ‘zo’n soort film’ ging maken”, lachte de luidspreker en iedereen ontspande ietsje meer. De film branche haalde opgelucht adem, de buitenwacht kreeg weer vertrouwen in de toekomst. Het fragment kwam tenslotte maar uit het Hollywood archief. Zoiets verzin je toch niet zelf.



Categorieën:Dieren, Geld, Liefde, regels, Uncategorized, Verhalen

Tags: , , , , , , ,

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: